Het Erwin Hymer Museum laat de ontwikkeling van de caravan geschiedenis zien waarbij vroeger ook vaak polyester werd gebruikt. In Nederland is het vooral BIOD die bekend is als fabrikant van polyester (monocoque) caravans.
In het Zuid-Duitse caravanmuseum is een leuk en interessant overzicht te zien van de caravangeschiedenis. Daar zijn ook de eerste polyester caravan modellen te vinden. Het museum richt zicht vooral op de Duitse geschiedenis, maar die is nauw verwant aan de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse BIOD. De bij ons meest bekende fabrikant van polyester caravans.
In de jaren ’50 begon de Europese caravanindustrie op te komen. Omdat de trekauto’s in die tijd nog niet zo sterk waren was er vraag naar lichte en gestroomlijnde caravans.
De Fahti Luxus 600 uit 1957
In Duitsland was het Franz Maly die een ei-vormige caravan ontwierp met een lage luchtweerstand en deze in 1957 op de markt bracht onder de naam Fahti. Daarvoor gebruikte hij een kunststof oftewel glasvezel versterkt polyester. Ook elders werd in die tijd polyester gebruikt voor het bouwen van lichte caravans maar de vormgeving van de Fahti was uniek.
Het prototype van Frans Maly, de Windspiel, uit 1962
Kort na de 2e wereldoorlog begon Teunis van Maaren de Machine- en Apparatenfabriek B.I.O.D. (Beter Is Ons Devies) in het Overijsselse Hengelo waar hij elektrische apparaten en duurzame roestvrijstalen precisie-producten ging maken voor de textiel en chemische industrie. Voor eigen gebruik bouwde van Maaren in 1957 een vouwkampeerwagen die zo aansloeg dat hij daar meerdere exemplaren van ging maken. Deze presenteerde hij in 1959 op een Duitse campingbeurs. Daar kwam hij Franz Maly tegen die daar zijn Fahti tentoonstelde.
Van Maaren was zo gefascineerd door de aerodynamische vormgeving en het duurzame materiaal van het naadloze casco dat hij in licentie de caravans in Nederland ging (af)bouwen en verkopen. De polyester schalen kwamen uit Duistand maar het houten meubelwerk werd in Hengelo gemaakt en in de caravan geplaatst. In de jaren daarna worden meerdere types ontwikkeld en gebouwd waarbij v.a. 1964 de fabricage van het meubilair uitbesteedt werd aan de sociale werkplaats van Oldenzaal: De Schakel.
Een BIOD Expert (opbouw 4,50 m en 700 kg) uit 1975
In 1969 neemt De Schakel de hele productie in eigen hand en is BIOD een geheel Nederlandse caravan geworden. In de jaren ’80 wordt de productie verder opgevoerd samen met Avento die voor het interieur zorgt. In 1994 wordt BIOD weer geheel zelfstandig en worden diverse nieuwe modellen op de markt gebracht zoals in 2001 de BIOD Scout en de Nomade. De productie in Oldenzaal door Top-Craft (werkvoorzieningsschap Oost Twente) van deze nieuwe modellen duurt echter maar tot 2004 omdat het vele handwerk de productie te duur maakt.
Folder uit 1993
Op dat moment loopt Huub van Elswijk rond met ideeën om zelf een lichte innovatieve caravan van kunststof te ontwikkelen. De kans om daarvoor BIOD over te nemen laat hij zich niet ontnemen en de productie wordt verplaatst naar Ede. De ACC-Group (Advanced Composite Caravans) voert een tal van technische vernieuwingen door waardoor een composietvloer en meer gewichtsbesparende technieken. Ook worden andere experimentele en innovatieve projecten opgezet, maar het lukt niet om de caravans die volledig naar klantspecificaties gemaakt werden, rendabel te produceren. De kleinschalige productie is dan ook gestaakt in 2017. In totaal zijn er naar schatting zo’n 2000 BIOD’s geproduceerd. Inmiddels zijn de mallen overgenomen door de firma Aart Camperinbouw uit Heino en zijn er weer enkele casco’s gemaakt. Via de firma Polycamp wordt een Scout casco (leeg 430 kg en maximaal 1300 kg) aangeboden.
Het casco van deze BIOD Scout is zo sterk dat je er zelfs zonder voorraam gewoon de snelweg mee op kan
Waarom polyester?
Bij de meeste caravans worden de vier wanden en de vloer en het dak apart gemaakt en als losse delen aan elkaar geschroefd en verlijmd. Tegenwoordig gebruiken sommige merken daar weliswaar een polysterplaat voor maar daarmee is het nog geen ‘echte’ polyester caravan. Daarvoor moet de caravan uit een zgn. monocoque opbouw bestaan waarbij het gehele casco naadloos één geheel vormt. In de mal worden alle delen aan elkaar gelamineerd waardoor na uitharding van de hars de caravan als één sterk geheel uit de mal komt. Omdat de mal in allerlei vormen gemaakt kan worden is het niet moeilijk om een stevige caravan te maken met ronde vormen die gunstig zijn voor de luchtweerstand. Het nadeel van deze productiewijze is dat het maken van mallen erg kostbaar is en je niet meer flexibel bent in bijvoorbeeld de afmetingen en de plaats van de deur van de caravan.
De BIOD Nomade op zijn kop in de mal waar later ook de rechterwand en de bodem aan vast gelamineerd wordt waardoor het monocoque, naadloos polyester casco ontstaat
Waarom dan toch polyester gebruiken? Polyester is stevig en ongevoelig voor kleine beschadigingen en bijvoorbeeld hagelbestendig. Daarnaast is de kans op een lekkage bij een monocoque opbouw praktisch nihil. Alleen op die plaatsen waar gaten in de opbouw zijn gemaakt, voor bijvoorbeeld ramen of dakluiken, kan nog vocht naar binnen komen. Omdat de opbouw van zichzelf sterk is, is de inrichting niet nodig voor de stevigheid van de caravan. Polyester gaat ook erg lang mee, waardoor bijvoorbeeld de meeste polyester caravans die ooit gebouwd zijn, nu nog steeds bestaan.
Fabricage
Bij de productie wordt een mal eerst voorzien van een laag gelcoat, die de buitenste glanslaag van de caravan vormt, en dan gevuld met glasvezel. Samen met de polyesterhars is de wand dan één sterk geheel als die na uitharding uit de mal komt.
Huub paste voor het eerst de vacuümtechniek toe voor caravans waarbij de hars in de wand geïnjecteerd wordt en waardoor met weinig hars een hele sterke en lichte wand wordt verkregen
Meestal worden caravans met de hand gelamineerd of gespoten, maar BIOD is begonnen met het onder vacuüm injecteren van de hars. Hierdoor is het mogelijk gebleken caravans nog sterker en lichter te bouwen. En om daarbij te kiezen voor speciale soorten glasvezel of zelfs carbon en gebruik te maken van slimme sandwichconstructies kan het monocoque zo sterk worden dat een metalen chassis niet meer nodig is. De as en de koppeling worden direct aan de vloer van de caravan bevestigd. Op deze manier rijden er in Nederland een kleine 20-tal unieke BIOD’s rond.
De eerste BIOD Cruiser zonder chassis maar met een composiet bodem inclusief dissel
BIOD is niet de enige caravan die niet meer gemaakt wordt, denk aan merken die in Nederland verkocht werden als de Italiaanse Lander en de Deense MKP.
Saab heeft ook caravans gemaakt zoals de SaabO uit 1964
Er worden nog steeds polyester monocoque caravans in de wereld op kleine schaal gemaakt. In Amerika is er bijvoorbeeld een kleine Airstream en bestaat er zelfs een polyester Eriba Touring. In Engeland is er de schattige Barefoot, in Italië de mooie Wingamm en in Duitsland is de Derubis een kostbare polyester caravan. Goedkoper en kleiner is de Go-Pod die oorspronkelijk in Nederland ontwikkeld is maar nu in Portugal gebouwd wordt. Ook uit Turkije komen tegenwoordig steeds meer polyester caravans zoals de Vestavan, de 5K-caravan en de Ugur.
De Poolse Niewiadow (voorheen Predom) is weliswaar ook van polyster maar geen monocoque. Ook de grote Europese caravanindustrie experimenteert wel met kunststoffen zoals bijvoorbeeld Knaus met de Travalino en nu de Azur, maar echte monocoque caravans zullen vanwege de dure en weinig flexibelere productie vermoedelijk wel een nichemarkt blijven. Gelukkig gaan ze wel lang mee.
De originele mallen van BIOD werden aangeboden via Marktplaats.
Meer over (klassieke) BIOD's vind je op de liefhebbers website: BIOD.nl