Rijden in de bergen
Praktisch elke weg is geschikt voor een caravan maar is elke weg ook geschikt voor jouw combinatie? Waarmee moet je rekening houden als je in de bergen gaat rijden?
Is de weg geschikt voor een caravan?
Enkele berg- en paswegen zijn verboden voor caravans, maar is er geen verbod dan is in principe de weg te rijden met een caravan. Uiteraard wil dat niet zeggen dat je met jouw combinatie elke weg kunt rijden en soms is het verstandiger een bepaalde bergweg te mijden.
Het rijden in bergen vergt voor bestuurders van caravancombinaties meer kennis, ervaring en gevoel dan het rijden op vlakke wegen. Naast stuurmanskunst is met name een goede beheersing en bediening van de auto van belang.
Omhoog
In het trekadvies worden o.a. de maximale hellingspercentages aangegeven die je kan overwinnen. Hellingen op doorgaande (auto)snelwegen zijn zelden steiler dan 7% en hellingen op doorgaande wegen, zelfs in het echte hooggebergte, zijn zelden veel meer dan 12%. Maar ook al ga je niet naar 'de bergen', dan nog kan je onverwacht korte en steile hellingen tegenkomen.
In de berekende percentages in onze trekkrachtcalculaties is veelal een groot verschil in het wegrijden vanuit stilstand en de percentages die gelden bij het rijden te zien. Het blijven rijden, gang houden - dus niet stil te vallen, is vaak op elke helling essentieel, zeker met een caravan! Eerste probleem(pjes) los je zo op.
Gaat de weg omhoog dan merk je al snel dat extra gasgeven geen effect meer heeft en de snelheid afneemt. Op tijd terugschakelen naar een lagere versnelling is het enige juiste wat je als chauffeur te doen staat. Soms moet je meerdere versnellingen terug en moet de motor relatief veel toeren (geluid!) maken.
Tijdens het stijgen kom je uiteindelijk in die versnelling terecht waarbij een constante snelheid gehandhaafd kan worden, en dat mag best de eerste versnelling zijn. Heb je een auto met een automaat, ook dan is het soms beter tijdig handmatig terug te schakelen.
Is een helling echt steil voor je combinatie (zie trekadvies) dan merkt je dat je niet met te weinig toeren kunt rijden (onder het maximaal koppel). De motor heeft dan te weinig kracht. Achter een fietser langzaam naar boven rijden kan bijvoorbeeld heel lastig, zo niet onmogelijk zijn! Ook bij bochten en hairpins zal je wellicht de snelheid niet te veel moeten laten zakken.
Doorschakelen naar een hogere versnelling om wat sneller te rijden, bijvoorbeeld van de eerste naar de tweede versnelling, lukt vaak pas bij een veel hoger toerental dan je gewend bent omdat anders de motor in de hogere versnelling te weinig kracht heeft (toeren maakt). Dóórtrekken noemen we dat, alvorens op te schakelen...
Bedenk dat tijdens die stijgingen veel van de motor en de aandrijflijn gevergd wordt. Mocht de motor (te) warm worden, zet dan de airco uit en de verwarming van de auto aan. Wel even de ramen openzetten... De temperatuur van de motor loopt dan snel terug. Vaak helpt het ook om wat langzamer naar boven te rijden. Bijvoorbeeld niet in de 3e maar in de 2e hetzelfde toerental (dus lagere snelheid). Je merkt dan dat er dan weer voldoende reserve is onder de rechtervoet. De motor heeft het dan makkelijker.
Bij voorwielaangedreven auto's is het verstandig op goed verharde wegen te blijven en er op bedacht te zijn dat de tractie van de voorwielen eindig is. Steiler dan ca. 20%? Dan is het gebrek aan kracht vaak niet het probleem, maar het gebrek aan grip.
Afdalen
Naar beneden rijden lijkt minder spannend dan naar boven maar is met een caravan die voorzien is van een oplooprem veel lastiger. Het grote gevaar is namelijk dat de caravanremmen oververhit raken. Bij het rijden met een solo auto heb je wellicht geleerd om tijdig terug te schakelen en af te remmen op de motor om daarmee te voorkomen dat de autoremmen te warm worden. Met een caravan is deze techniek niet altijd verstandig.
De GrossGlockner is eigenlijk ongeschikt voor caravans
Zou je namelijk veelvuldig afremmen op de motor dan rijd je langdurig met constante snelheid naar beneden waarbij de auto eigenlijk aan het remmen is. Hierdoor blijft de caravan drukken tegen de auto (oplopen) waardoor de oplooprem constant blijft remmen. Er ontstaat een grote warmteontwikkeling, die door de geringe aanlegkracht van de remvoering tegen de remtrommel slecht wordt afgevoerd. Het geheel kan leiden tot compleet verbrande en verglaasde remvoeringen, lagerschade etc.
Hoe is dit te voorkomen zal je je afvragen. Dat is erg lastig zonder
speciale hulpmiddelen. Bovendien heeft de ene caravan, bijvoorbeeld een zware en/of overbeladen caravan heeft hier eerder last van dan de andere. Bovendien is het lastig waar te nemen wanneer de caravanremmen nu precies in werking treden en blijven slepen.
Je zal bewust en actief moeten autorijden waarbij je probeert de caravanremmen zoveel mogelijk te ontlasten. Op steile stukken weg waar alleen met een lage snelheid gereden kan worden zal je toch moeten afremmen op de motor en zeker niet langdurig moeten remmen met de voetrem om de snelheid in toom te houden.
Op trajecten waarbij even een iets hogere snelheid mogelijk is, omdat er bijvoorbeeld niet direct een scherpe bocht in aantocht is, kan je juist beter niet te veel afremmen op de motor. De caravan remmen hebben dan even de tijd om te herstellen. Je laat dan de snelheid 'gematigd' iets oplopen om daarna als de snelheid te hoog wordt, kort en krachtig af te remmen naar een veel lagere snelheid. Door dan bijvoorbeeld in de bocht kort iets gas te geven kan je de oplooprem weer strekken.
Het is beter kort maar krachtig te remmen dan langdurig minder hard. Maar uiteraard moet de snelheid nooit zo hoog oplopen dat er gevaarlijke situaties ontstaan. En bedenk daarbij ook dat de remweg naar benden veel langer is dan je gewend bent!
Na een afdaling zijn de caravanremmen kokend heet
Na een paar kilometer afdalen zal je altijd moeten stoppen om de temperatuur van de caravanwielen (remmen) te controleren. Zijn die warm, (je kan dan de velg niet aanraken met je hand) wacht dan tot dat de remmen afgekoeld zijn voordat je verder rijdt.
Soms is de autotrein een goed alternatief.
Lees meer